Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zeg nu tot [45]dat wederspannig huis: Weet gij niet, wat [46]deze dingen [47]zijn? Zeg: [48]Ziet, de koning van Babel is [tot] Jeruzalem gekomen, en heeft [49]haar koning genomen, en haar [50]vorsten, en heeft ze tot zich gevoerd naar Babel. 45. Hebreeuws, dat huis der wederspannigheid. Versta, den stam of het koninkrijk van Juda. Zie boven hfdst.2 vs.5. 46. Te weten, die Ik u voorgesteld heb van twee arenden. 47. Of, beduiden, of betekenen, of te kennen geven. 48. Hier volgt de verklaring der voorgestelde gelijkenis. 49. Namelijk Jojachin; 2 Kon.24:12; 2 Kron.36:10. Zie boven vs.3. 50. Welke boven vs.4, vergeleken worden bij de opperste tedere takken van den Libanon.